Nieuwe dingen

  • door Hilda van der Tuin
  • 05 jan, 2018

Allereerst wens ik je een gelukkig 2018! Een leeg jaar, met nieuwe kansen…. Last van een beetje drempelvrees? Kinderen met faalangst vinden het ook eng om aan nieuwe dingen te beginnen. Daar gaat deze column over.
''Nee hoor, ik vind judo niet meer zo leuk. Ik speel toch al veel buiten. Dan hoef ik toch niet extra te sporten?'' Opeens wilde onze zoon stoppen met judo. Na een gesprek bleek er iets anders aan de hand. Hij had weerstand omdat hij in een nieuwe groep zou starten waar hij niemand kende. Dat was spannend!

Kinderen moeten veel in onze maatschappij. Al bij het consultatiebureau hoort de ontwikkeling binnen een curve te vallen en op school wordt alles afgemeten aan gemiddelde leerlijnen. Ook ouders leggen (onbewust?) veel verwachtingen neer bij hun kind. Niet alle kinderen kunnen daaraan voldoen. Sommige kinderen zitten nog lekker in de fantasiewereld en willen alleen maar spelen. Anderen willen graag eerst observeren of moeten nog een beetje 'rijpen'. In deze gevallen is het voldoende om hen rustig de tijd te geven om te groeien in nieuwe situaties. Ouders kunnen hen stimuleren kleine stapjes te zetten en duidelijke afspraken te maken zodat het veilig voelt. Het helpt heel erg als je begrijpt waar de aarzeling zit en dat verwoordt. Bijvoorbeeld : ''Als jij vanmiddag bij je vriendje gaat spelen fiets ik even mee. Dan kan ik meteen afspreken hoe laat ik je kom ophalen''.

Merk je dat je kind, ook op latere leeftijd, nog steeds moeite heeft met nieuwe situaties dan is er wellicht sprake van faalangst. Ergens heeft het kind een nare ervaring opgedaan en daarom durft het niet meer. Ook wil het geen fouten maken want dan vinden anderen hem stom en dom. Je kind moet dan leren dat je nieuwe situaties mag oefenen en dat fouten maken oké is.
Hoe doe je dat? De eerste simpele tip is door het woordje 'NOG' te gebruiken. Natuurlijk is een eerste judoles spannend. Je weet nog niet hoe de trainer het aanpakt en je kent de kinderen nog niet. Dit korte woordje geeft ruimte om te oefenen en te wennen.

Het helpt ook als je de behoeften erkent. ''Ik begrijp dat je het spannend vindt om te logeren omdat je bang bent dat je 's nachts wakker wordt in het donker''. Als je kind dit beaamt kun je samen oplossingen gaan bedenken. ''Zullen we vragen of er een lichtje aan mag blijven?''
Je kunt je kind laten accepteren dat fouten maken oké is door minder te focussen op het resultaat. Als jij complimenten maakt op de inzet (''Wat goed dat je deze week 3 x topo hebt geoefend!'') en niet boos wordt op het resultaat (Hoe kun je nu een onvoldoende halen!) help je je kind om te investeren in leren. Op YouTube vertellen profsporters als Michael Jordan en Epke Zonderland ook op inspirerende wijze over hun fouten en teleurstellingen. Succes komt nu eenmaal pas na oefenen en falen. Dus gun je kind de tijd en gebruik het motto: Fouten maken moet!